Verdwenen huisnummers in de binnenstad
Wist je dat de Oudezijds Voorburgwal maar liefst 142 Rijksmonumenten kent? Zo goed als de hele gracht dus. De huisnummers lopen namelijk wel tot nr. 334, maar tussen die nummers zitten soms hele gaten. Er staan dus lang geen 334 huizen op de gracht.
Zo springt huisnummer 162 ineens door naar nr. 194! Waar zijn nummer 164, 166, 168, 170.. et cetera dan gebleven?! En dit zijn lang niet de enige verdwenen huisnummers op de Oudezijds. Sterker nog, dit komt voor in heel de binnenstad. Hoe zit dat?
De OZVB staat op mijn lijstje ‘Mooiste grachten Amsterdam’, ontdek waarom! >>
Sloppen, gangen en stegen
Amsterdam zit vol kleine straatjes en nauwe steegjes. Die kennen we allemaal en maken onze binnenstad ook zo knus. Maar het kan nog veel krapper. Naast de stegen kent Mokum namelijk ook talloze nog smallere doorgangetjes tussen de huizen. En die noemen we ‘sloppen en gangen’. Bijna altijd doodlopend en soms met binnentuin erachter.
In die doodlopende gangetjes liepen de woningen gewoon door en de huisnummers dus ook.
Klein, krap en weinig licht
Wonen in zo’n steegje was niet per sé een rijkdom. Het waren allemaal piepkleine huurwoninkjes met maar één raam en deur, een begane grond en een zolder. Met weinig licht vanuit de smalle gang. Een donkere boel kan ik me zo voorstellen! Wel moet het er erg levendig zijn geweest. Hier leefden de arbeiders met hele gezinnen op elkaar. Ook die binnentuinen waren dus een drukte van jewelste.
In het begin werden die huisjes wel nog goed onderhouden. Maar naarmate de bevolking excessief groeide ging dit hard achteruit. Daarover later meer.
Rechts: De Van der Lindes voor hun woning in de Wereldsgang. Foto: Dienst Volkshuisvesting 1933
Bron: www.werelderfgoed.nl
Waarom die gangetjes?
Heel lang geleden, in de middeleeuwen, toen de stad nog een stuk kleiner was, dienden de gangetjes als toegangsweg naar boomgaarden, droog- en bleekvelden, stallen, vee, moestuinen, werkplaatsen, kleine fabriekjes en pakhuizen op de binnenterreinen. Ook waren er achterommetjes naar een eigen schuur of loods. En ‘brandgangen’ die moesten voorkomen dat het vuur oversloeg naar andere huizen.
Maar toen de stad zich uitbreidde en de bevolking (meerdere keren) explosief groeide, werden deze gangetjes, tuinen en binnenplaatsen volgebouwd met piepkleine huurwoningen, die ‘kamertjes’ genoemd werden. Er bleef geen tuin onbebouwd in de 17e eeuw.
En zo ontstonden de sloppen, huizen die niet door of in overleg met de gemeente waren aangelegd. Waar mensen heel dicht op elkaar leefden in soms wel 10 tot 12 woninkjes per slop. De gangen langs die woningen waren zeer smal en gebaseerd op de breedte die een sjouwer met een mand turf (brandstof) nodig had om de woningen enigszins te kunnen bereiken. Maar een harde eis was dit niet.
De woninkjes werden verhuurd door de eigenaar, vaak de hoofdbewoner van het pand. Door deze huisjes te verhuren kon de eigenaar zelf in het mooie pand aan de gracht wonen. Ook waren de inkomsten natuurlijk een goede pensioensvoorziening, dus toentertijd werden deze huisjes nog goed onderhouden.
Maar niet alle woningen waren eigendom van de hoofdbewoner, er waren ook toen al speculanten die zelf ergens anders woonden en zoveel mogelijk huisjes op hun achter- en voorerf plaatsten om een zo hoog mogelijke prijs per vierkante meter te vangen. Huisjesmelkers zijn van alle tijden dus, in ons Amsterdam.
Geen sloppen aan de grachtengordel
In het oude stadshart, zoals hier op de Oudezijds, kon je die sloppen en gangen overal vinden. En zelfs in de Jordaan, die gelijktijdig met de grachtengordel werd gebouwd, was het een wirwar van gangetjes, onder zeer armoedige omstandigheden.
Maar op de grachtengordel vind je ze bijna niet. Dat was namelijk verboden! Tijdens de stadsuitleggingen van 1613 en 1662 was het niet toegestaan om inpandige sloppen aan te leggen. Er moesten tuinen komen. En daardoor kwamen er geen gangen tussen de gevels. In de Jordaan golden deze strenge regels niet en werden ze bij de vleet aangelegd. Met alle gevolgen van dien.
Foto 2: Willemsstraat 75-77 inpandig, ca. 1899. Foto: Schmidt Az., C.J., Dienst Publieke Werken
Bron: Stadsarchief Amsterdam. Foto’s door de Gezondheidsdienst in voorbereiding tot onbewoonbaar verklaring.
De afbraak van de sloppen
Zijn die sloppen en gangen er nog? Ja, of althans een deel. Rond 1850 waren er zo’n 1300 gangen in de stad. Daar zijn er nu nog zo’n 400 van over. Maar ze worden vrijwel niet meer bewoond. En krotwoningen bestaan niet meer. Maar voor het zover kwam, was de situatie al decennia behoorlijk uit de hand gelopen.
“In de 19de eeuw vormden sloppen en stegen een bijna verborgen wereld waar armoedige en vervallen huizen stonden.” (amsterdamsebinnenstad.nl)
In 1850 kwam de stad in verandering. Er werden grachten gedempt en er werd grootschalig gesloopt om op grote schaal hotels, confectie-ateliers, winkelbedrijven en kantoren te bouwen. Veel panden werden samengevoegd waardoor de gangen daartussen meestal ook sneuvelden. De straten van Amsterdam kregen straatnaambordjes, maar de vele ongure gangetjes die nog resten niet.
Foto 3: Joden Houttuinen 116-122, Ankermansgang, ca. 1899. Foto: Schmidt Az., C.J. (ook vaak vermeld als Akkermansgang)
Bron: Stadsarchief Amsterdam
En in die gangetjes was een schrijnende situatie ontstaan. Nog maar 100 jaar geleden, rond 1900, woonde een gemiddeld gezin namelijk letterlijk in een krot. De zogenaamde ‘3-kamerwoniningen’, bestaande uit slechts 1 kamer, een keuken en een alkoof (waar het ouderlijk bed stond, vaak een bedstede), waren piepklein, vervallen en verwaarloosd. Kleintjes sliepen in een la, tieners op de grond, meestal zonder matras. Alleen de kamer had een raam. Er was geen hygiëne, schone lucht, daglicht, riolering of zelfs toilet, elektriciteit of verwarming. Volgens een rapport uit 1913 leefde men gemiddeld met 4,5 persoon in zo’n ‘kamertje’ van slechts enkele vierkante meters.
In 1900 werd Louis Hermans op pad gestuurd door de gemeente om naar de omstandigheden te kijken in de beruchte sloppen. Hij scheef zijn verslag in Krotten & Sloppen. “De percelen kan men alleen bereiken door een gang die 1,75m hoog en 0,78 m breed is. De 6 huisjes die daar staan, 3 aan 3, gelijken wonderwel op grote poppenhuizen of nog beter op grote hondenhokken. Alles is er even klein en beknopt. De deuringang van nr. 49 is 0,55m breed en de trap 0,49m breed. De huisjes staan zo dicht tegenover elkaar dat alleen in de bovenwoninkjes het licht een beetje kan doordringen.”
– ifthenisnow.eu
Maar veel erger kwam ook voor. Met regelmaat werden alle kamers van de woninkjes opgesplitst zonder de voorzieningen te delen. Het gezin dat in de keuken woonde had dan een keuken, maar geen raam. Het gezin in de kamer had een raam, maar geen keuken. In dichtbevolkte wijken woonde men soms wel met 10 man op een kamer, met alle besmettelijke ziektes snel rondwarend.
En dit was geen uitzondering, zo woonde het gros van de bevolking van Amsterdam. Pas in 1894 begon het Gemeentebestuur zich de zaak aan te trekken. In de jaren erop volgden verschillende onderzoeken en kwamen de heftige omstandigheden aan het licht. Met de invoering van de Woningwet en de installatie van een Bouw-en Woningtoezicht ging alles op de schop.
Foto 2: Foeliedwarsstraat 20 en 22, inpandig, 1899. Foto: Schmidt Az., C.J., Dienst Publieke Werken
Foto 3: Foeliestraat 26, inpandig, 1899. Foto: Schmidt Az., C.J., Dienst Publieke Werken
Bron: Stadsarchief Amsterdam. Foto’s door de Gezondheidsdienst in voorbereiding tot onbewoonbaar verklaring.
Rond 1920 vond de grote opschoning plaats. “Het sloppenrijk was verworden tot een letterlijk ziekmakende, smerige, mensonterende alternatieve samenleving. Amsterdam zette hoog in op een betere, gezondere huisvesting van de arbeider.” (amsterdam.nl) De stad werd flink aangepakt en de ontelbare krotwoningen gesloopt. Daarvoor in de plaats kwam nieuwbouw en renovatie. Er werden etagewoningen en tuindorpen gebouwd en het web van gangen en sloppen verdween uit het straatbeeld. Helaas sneuvelden daarbij ook veel voorheen prachtige panden en werd de krotwoning langzaam uit onze herinnering geschrapt.
Rechts: Prostitutie in de Kromelleboogsteeg. Tekening: Gerrit Lamberts ca. 1810, beeldbank Stadsarchief Amsterdam.
Bron: www.amsterdam.nl
Hernieuwde aandacht voor de sloppen en gangen van weleer
De sloppen en gangen verdwenen naar de achtergrond en raakten in de vergetelheid. Velen werden afgesloten omdat ze veel overlast, gespuis en wildplassers aantrekken. Maar een paar jaar geleden vroegen erfgoedorganisaties en ook de Amsterdamse brandweer om meer inzicht in deze gangetjes. De gemeente besloot daarom alle oude Amsterdamse stegen, sloppen en gangen te inventariseren en maakte een prachtige digitale kaart waarop we alle nog-bestaande gangen terug kunnen zien.
Ook kregen ze hun oorspronkelijke namen terug, voor zover die te achterhalen waren, middels een naambordje. Die naambordjes zijn te herkennen aan een wit bordje met blauwe letters. Zo weet je dat het niet om een adres gaat, maar om een oude gang.
Wandelen langs de sloppen
Hoewel veel overgebleven oude gangetjes afgesloten zijn door hekken, is het wel hartstikke leuk om eens op speurtocht te gaan. De verspringende huisnummers ontdekken en zien hoe ongelooflijk smal de gangetjes waren. Stel je eens voor hoe vele arbeiders, moeders, kinderen zich in vroegere tijden door die nauwe stegen bewogen. Daar waar het echte Amsterdamse leven plaatsvond. Voordat de boel verwaarloosd en verloederd was, waren die sloppen namelijk een eigen verborgen wereld op zich, ofwel een kleine microkosmos zoals hier wordt beschreven:
“Het weefsel van de stad wordt bepaald door grachten, straten, lanen en stegen, die in een fijnmazige structuur de bouwblokken omsluiten. Maar binnen de bouwblokken is een nog fijnmaziger structuur te ontwaren, die van gangen en sloppen.
Deze [..] inpandige gangen definieerden van oudsher de microkosmos van het bouwblok, waar gewoond en gewerkt werd, waar boomgaarden waren en vee werd gehouden, waar stallen en pakhuizen naast de dikwijls piepkleine huurhuisjes stonden.”
– maps.amsterdam.nl
Als je op de afbeelding klikt, ga je naar de interactieve kaart:
Gebruikte bronnen die ook leuk zijn om te lezen:
- De verbetering der volkshuisvesting te Amsterdam, 1913 (Aanrader voor een beeld van het Amsterdam rond 1900. Zou iedereen een keertje moeten lezen.)
- https://velehanden.nl/Inhoud/bestanden/index/name/Willem_Blok-Alfabetische_Lijst_van_Gangen_in_Amsterdam.pdf
- https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/erfgoed-week/sloppen-gangen/
- https://www.werelderfgoed.nl/nl/nieuws/verborgen-stegen-langs-de-grachten-krijgen-naamborden
- https://stadsherstel.nl/nieuws/gangen-en-sloppen-in-oud-amsterdam/
- https://www.amsterdamsebinnenstad.nl/nieuws/index.html?nieuws=318
- https://www.theobakker.net/pdf/jordaangangen.pdf
- https://ifthenisnow.eu/nl/verhalen/verborgen-gangen-krotten-en-sloppen
- https://www.joodsamsterdam.nl/hartjesgang/
- https://pointer.kro-ncrv.nl/de-straat-die-niet-meer-bestaat
- Vele foto’s van de sloppen en gangen zijn te vinden in de Beeldbank van Stadsarchief Amsterdam
Foto: @amsterdamrooftops